Mensen met ADHD hebben volgens onderzoekers van het Radboudumc kleinere hersens dan mensen die de stoornis niet hebben. Daardoor is ADHD een breinziekte, stellen zij.

Voor het onderzoek legde hoofdonderzoekster Martine Hoogman van het Radboudumc hersenscans van 3.200 personen naast elkaar, meldt Trouw.
Daaruit blijkt dat vijf regio’s in de hersenen kleiner uitvallen bij mensen die lijden aan ADHD. Eén daarvan is de amygdala, de regio die zich bezighoudt met het herkennen van emoties. Uit eerder onderzoek bleek al dat kinderen met ADHD minder goed zijn in het herkennen van emoties.

De onderzoekers stellen in het artikel, gepubliceerd in The Lancet Psychiatry, dat dit voortaan moet meespelen in de diagnose. Psychiaters richten zich nu vooral op het al dan niet kunnen vasthouden van de aandacht.

Hersenvolume
De verschillen in hersenvolume tussen mensen met en zonder ADHD bleken het grootst bij kinderen. Volgens Hoogman bevestigt dit het vermoeden dat de hersenen later tot rijping komen en bijtrekken als ze volwassen worden.
“Ik hoop vooral dat het onderzoek wat stigma’s wegneemt. Het is dus gewoon een hersenstoornis, net als zware depressies, schizofrenie of een bipolaire stoornis – ook die gaan gepaard met afwijkende hersenvolumes. ADHD is méér dan ‘gewoon een moeilijk kind'”, aldus Hoogman tegen Trouw.
Het is nog steeds niet bekend wat de precieze veroorzaker is van de afwijking, maar volgens Hoogman wees eerder onderzoek uit dat het voor tachtig procent in de genen verankerd ligt. Kinderen met deze aanleg zouden vervolgens een kleiner brein ontwikkelen.

Einstein had ADD – klopt dit wel?

De Nijmeegse hoogleraar psychologie Ap Dijksterhuis zei tijdens een interview met het NRC Handelsblad dat Albert Einstein ADD had. ADD staat voor Attention Deficit Disorder, in het Nederlands ‘aandachtstekortstoornis’.

Klopt het?
Dijksterhuis somt in een toelichtende mail de argumenten op voor zijn stelling: Einstein kon zich op school slecht concentreren en presteerde minder goed dan op basis van zijn intelligentie viel te verwachten. Verder zou hij erg verstrooid zijn geweest, had hij lak aan alles en concentreerde hij zich op sommige onderwerpen zo intens, dat hij alles om zich heen vergat. De psycholoog noemt Einstein daarom ‘een echt prototype’ van iemand met ADD.

Psychologe Laura Batstra van de Rijksuniversiteit Groningen vindt het achteraf stellen van diagnoses nogal onzinnig. ‘Dit laat duidelijk zien hoe psychologen met de bril van nu de geschiedenis interpreteren. Dat kan niet, want we hebben nu heel andere waarden en normen dan toen. We oordelen anders over dezelfde gedragingen.’ Tegenwoordig krijgt iemand bovendien pas de diagnose ADD wanneer er ernstige problemen zijn in het functioneren van iemand in de maatschappij. Bij Einstein was dat niet aan de orde, zegt Batstra.

De beroemde fysicus wordt vaker een moderne afwijking in de schoenen geschoven. Even googlen leert dat Einstein ook zou lijden aan dyslexie, hooggevoeligheid, asperger en ADHD. Robert Vonk, medisch historicus aan de Universiteit van Maastricht, heeft grote problemen met dergelijke claims. De biografische informatie waarop ze zijn gebaseerd, is nooit verzameld met het oog op een medische diagnose. ‘Einstein is overleden, we kunnen hem niet meer ondervragen en observeren’, zegt Vonk. ‘We moeten het doen met tweede-, derde-, vierdehands verhalen die niet de juiste bewijslast hebben om de diagnose op te baseren.’ De verhalen die Einstein en zijn naasten over hem vertelden, zijn bovendien onvolledig. ‘Mensen vertellen een verhaal, ze selecteren informatie en je weet niet wat weggelaten wordt. Misschien waren er wel factoren die de diagnose heel erg tegenspreken.’

Jeroen van Dongen, hoogleraar wetenschapsgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en Einsteinkenner, ziet zelfs nauwelijks factoren die de diagnose wél onderbouwen. ‘Het is gewoon onzin. Ik kan me nog voorstellen dat Einstein kon hyperfocussen en heel creatief was, maar ook mensen zonder ADD kunnen die kwaliteiten hebben. De andere kenmerken zie ik niet terug. Ik vermoed dat het projecteren van allerlei symptomen op Einstein motiverend kan werken: kijk, ook zo kun je veel bereiken. Maar deze labels hebben met de historische persoon niets te maken.’

Eindoordeel
De biografische gegevens over Einstein stroken niet met de symptomen van ADD. Het diagnosticeren van ADD bij dode wetenschappers is sowieso onmogelijk.